Als voorzitter van de brancheorganisatie voor certificatie- en inspectie instellingen NVCi is Nic Hendriks heel stellig: voor certificerende instellingen is het publiek vertrouwen in hun onafhankelijkheid, onpartijdigheid en competentie van levensbelang. ‘Als een instelling de reputatie zou krijgen dat certificaten daar zomaar te koop zijn, dan zijn die certificaten niets meer waard.’
‘Certificerende instellingen voelen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid heel sterk, ook al zijn we commerciële dienstverleners’, benadrukt Hendriks. ‘Onze klanten kiezen voor accreditatie omdat ze zich daarmee onderscheiden in de markt, maar ze vinden een beoordeling voor het verkrijgen van een certificaat vaak spannend. Het voelt toch alsof ze examen moeten doen. Wij vinden het van groot belang dat we onze taak goed uitvoeren en zo bijdragen aan de kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid van producten en diensten in de samenleving.’
Burgers en bedrijven willen kunnen vertrouwen op de kwaliteit en veiligheid van producten en diensten. Met het stelsel van zelfregulering en toezicht op certificerende instellingen wordt dat vertrouwen verrijkt. Door scherpe toetsing zorgen certificerende instellingen er samen met de RvA voor dat de waarde van alle certificaten die onder accreditatie aan bedrijven worden toegekend, onbetwist is. De certificerende instellingen gebruiken algemeen geldende normen zoals ISO 9001 (kwaliteit) of NEN 7510 (informatiebeveiliging in de zorg) om te toetsen of een product of dienst voldoet. De RvA beoordeelt op haar beurt de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en competentie van deze certificerende instellingen aan de hand van internationaal geaccepteerde (ISO) accreditatienormen voor certificerings- en inspectieactiviteiten.
‘De overheid zet certificering regelmatig in als middel om de kwaliteit en veiligheid te borgen’, vertelt Hendriks. ‘Wij toetsen dan tegen de geldende norm of er is voldaan aan wetten en regels. Hierbij zijn wij niet de handhavende instantie, dat is de taak is van de overheid. Wel vullen we elkaar aan. Om dit zo goed mogelijk te laten verlopen, proberen we de samenwerking met rijksinspectiediensten te intensiveren.’
‘Ook blijft het belangrijk om uit te leggen dat certificering geen garantie is. Stel, de Arbeidsinspectie onderzoekt een ongeval op de werkvloer en constateert dat het bedrijf is gecertificeerd voor veilig werken. Moet de conclusie dan zijn dat de certificerende instelling steken heeft laten vallen?
Het is belangrijk dat duidelijk is wat certificering betekent; namelijk dat het bedrijf intrinsiek zijn zaken op orde heeft en er alles aan doet om ongevallen te vermijden. Het betekent dus niet dat arbeidsongevallen daarmee voor honderd procent zijn uitgesloten. Dat is geen simpele boodschap en in de publieke discussie is helaas niet altijd ruimte voor de nodige nuance. Ook in de samenwerking met de rijksinspecties proberen we duidelijk te maken wat certificatie precies inhoudt en welke rol partijen hebben.’
‘Uiteraard bewegen wij mee met maatschappelijke ontwikkelingen’, zegt Hendriks. ‘Zo is informatiebeveiliging een belangrijk thema geworden. Bedrijven die willen dat hun klanten erop kunnen vertrouwen dat er veilig wordt omgegaan met hun gegevens, laten hun informatiebeveiligingssysteem onafhankelijk toetsen. Ze gebruiken de certificering om uit te dragen dat ze betrouwbaar en verantwoord omgaan met data.’
‘In de supermarkt zie je allerlei stickers en slogans om de klant ervan te overtuigen dat producten gezond en duurzaam zijn, maar wat zijn al die claims nu eigenlijk waard? Iedereen kan claimen duurzaam bezig te zijn. Hendriks: ‘Er is nogal eens sprake van greenwashing. Ofwel zogenaamde duurzaamheid als marketingstrategie. Certificering onder accreditatie scheidt het kaf van het koren; het geeft duidelijkheid aan de consument. De consument moet dan wel weten wat het verschil is tussen ongefundeerde marketingtaal en gecertificeerde producten.’
‘Het is het belangrijk dat we het stelsel van certificering en accreditatie beter over het voetlicht brengen. Daarbij gaat het om de hele kwaliteitsinfrastructuur, van normering tot en met handhaving. De RvA neemt daarin initiatieven en als brancheorganisatie sluit de NVCi zich daar graag bij aan.’
Nic Hendriks is voorzitter van de NVCi, de Nederlandse Vereniging Certificatie-instellingen. De leden van deze brancheorganisatie vertegenwoordigen het overgrote deel van de Nederlandse certificatiemarkt.
In het dagelijks leven is hij managing director van een tweetal werkmaatschappijen van DEKRA. De NVCi is lid van de Gebruikersraad van de RvA en is ook vertegenwoordigd in het RvA Onpartijdigheidsoverleg.