schedule
15/03/2024
person
Nanda

Terugblik vanuit RvT en RvB

Het stelsel van zelfregulering werkt bij de gratie van vertrouwen en een kritische blik

Interview Heinrich Winter

‘We kunnen eenvoudigweg niet zonder zelfregulering en accreditatie als middel om kwaliteit te borgen’, stelt Heinrich Winter, hoogleraar Bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en mededirecteur van onderzoeks- en adviesbureau Pro Facto. Toch is het cruciaal om elkaar regelmatig kritisch de maat te nemen. De tragische ongelukken met schepen uit de bruine vloot waren wat dat betreft een wake-up call.’

Zelfregulering legt de verantwoordelijkheid waar die hoort te liggen

‘De eerstverantwoordelijken voor de kwaliteit en veiligheid van producten en diensten zijn de aanbieders ervan,’ zegt Winter. ‘Dat is fundamenteel voor het stelsel van zelfregulering en accreditatie. Zonder dit stelsel zou de overheid toezicht moeten houden op veel activiteiten van een groot aantal bedrijven. Daarvoor heeft zij de capaciteit niet en ook niet altijd de inhoudelijke kennis, terwijl die wel in de sector zelf aanwezig is.’

Over Heinrich Winter

Heinrich Winter is hoogleraar Bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en mededirecteur van onderzoeks- en adviesbureau Pro Facto. Hij gespecialiseerd in toezicht en handhaving, bestuurskundig evaluatie- en organisatieonderzoek en het algemene bestuursrecht. Op uitnodiging van de RvA heeft Winter het thema ‘publiek belang’ besproken tijdens een bijeenkomst met bestuurders van certificerende instellingen.

Toezicht en zelfreflectie

Winter stelt dat er wel toezicht nodig is op de werking van het systeem van zelfregulering. ‘De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeerde in zijn rapport dat de Inspectie Leefomgeving en Transport het overheidstoezicht op de veiligheid van de bruine vloot te beperkt heeft uitgevoerd en hieraan te weinig prioriteit heeft gegeven.’ Ook de RvA vindt dat bij toezicht op zelfregulering alle partijen in de kwaliteitsinfrastructuur kritisch moeten zijn en blijven, ook naar zichzelf. De RvA trekt zich de uitkomsten van het rapport dan ook aan en neemt actief deel in de door de minister geïnitieerde bestuurlijke taskforce, zodat passagiers straks weer met een gerust hart aan boord kunnen stappen.

Winter vindt dat je, als je als toezichthouder of certificerende instelling het publieke belang wilt blijven dienen, je eigen werkwijze op gezette tijden moet herijken. ‘Doe je alles wat je kunt doen om de kwaliteit en veiligheid te borgen? Neem je eigen werkwijze onder de loep, bespreek die kritisch met medewerkers en houd zaken levend. Sluiten de kwaliteitssystemen nog steeds aan op innovaties en ontwikkelingen? Dat is iets wat je in gesprek met de sector zelf kunt onderzoeken, want daar zit de kennis.’

Publiek belang in handen van private ondernemingen

‘De overheid legt publieke belangen als veiligheid en kwaliteit in handen van private certificerende instellingen. Maar zij kan vervolgens niet achteroverleunen. Met audits, steekproeven en gesprekken moet de overheid controleren of gecertificeerde producten en diensten daadwerkelijk aan de normen voldoen.’

Tijdens een bijeenkomst met de RvA en bestuurders van certificerende instellingen over zelfregulering bleek duidelijk dat ze het publieke belang hoog in het vaandel hebben staan. Zij zeiden onomwonden: ‘Wij staan voor kwaliteit. Van uitruil tussen commerciële kansen en de kwaliteit die we leveren, kan geen sprake zijn.” En als de top dat zo uitdraagt, dan werkt dat door in de organisatie. Ook staan de bestuurders er positief tegenover dat de overheid en journalisten over hun schouders meekijken. Want daarmee is het publieke belang gediend.’

Het stelsel werkt bij de gratie van vertrouwen en een kritische blik

‘Het stelsel van zelfregulering werkt bij de gratie van vertrouwen’, zegt Winter. ‘Als een certificaat het publiek geen vertrouwen geeft, dan heeft het voor bedrijven geen waarde om zich te laten certificeren. En als de overheid geen vertrouwen heeft in certificering en accreditatie, dan zal zij het toezicht op kwaliteit en veiligheid anders moeten organiseren. Het is daarom óók in het belang van de certificerende instellingen dat zij de kwaliteit van het stelsel hoog houden. In mijn optiek is het de rol van de RvA om energie te houden in het stelsel van zelfregulering en accreditatie, zodat het een levend en alert stelsel blijft. Bijvoorbeeld door het voeren van kritisch-opbouwende gesprekken met certificerende instellingen. Want als we alert blijven, is het stelsel van zelfregulering en accreditatie van grote waarde.’