Door het oog van het bestuur

Steeds meer bedrijven en organisaties verduurzamen hun processen. Niet alleen om te voldoen aan regelgeving, maar ook om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. De Raad voor Accreditatie (RvA) speelt hierin een cruciale rol met een onafhankelijke toets op beoordelingen door de TIC-industrie. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Welke toetsingscriteria worden gehanteerd? En welke uitdagingen brengt de groeiende nadruk op duurzaamheid met zich mee?
Bestuurder Joep de Haas en beleidsadviseur Caroline Dorrestijn geven een inkijk in de manier waarop de RvA bijdraagt aan duurzame vooruitgang en vertellen hoe zij zelf kritisch naar hun rol kijken.
Accreditatie is veel meer dan simpelweg controleren of bedrijven aan de norm voldoen. Zo helpt accreditatie ook om duurzame ambities aantoonbaar te maken en daadwerkelijk verbetering te realiseren’, legt De Haas uit. ‘We zien dat duurzaamheid een steeds grotere rol krijgt in certificeringsschema’s en normen, maar de vraag is: hoe zorg je ervoor dat dit geen papieren werkelijkheid wordt, maar een tastbare impact heeft?’
Dorrestijn vult aan: ‘Onze expertise zit in die aantoonbaarheid. Dat betekent dat we kijken of bedrijven echt doen wat ze zeggen. Europese regelgeving zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vraagt om transparantie, maar hoe weet je of die rapportages kloppen? Dat is waar accreditatie zijn waarde toevoegt: door middel van robuuste toetsingssystemen zorgen we ervoor dat duurzaamheid geen marketingpraatje blijft, maar meetbare realiteit wordt.’
De RvA werkt zoveel mogelijk risicogestuurd; de focus ligt op de gebieden waar de grootste impact te behalen is. ‘We accrediteren certificerende instellingen die bedrijven toetsen op bijvoorbeeld CO2-uitstoot, energie-efficiëntie van windmolens en verduurzaming in de landbouw,’ legt Dorrestijn uit. ‘Duurzaamheid is niet iets wat een extra inspanning vraagt in accreditatieprocessen; het is ingebed in de bestaande normen. Tegelijkertijd worden deze normen steeds scherper en neemt de maatschappelijke druk toe. Dit vraagt om continue alertheid op nieuwe ontwikkelingen, aangepaste wetgeving en veranderende verwachtingen vanuit de samenleving.’
Een van de nieuwe ontwikkelingen is het verankeren van sociale duurzaamheid in de beoordeling van certificerende instellingen. Sociale duurzaamheid richt zich op eerlijke arbeidsomstandigheden, mensenrechten en sociale gelijkheid binnen bedrijfsprocessen. De RvA werkt er in samenwerking met partners als Stichting FSSC aan om dit beter te integreren in accreditatiebeoordelingen en om ervoor te zorgen dat certificerende instellingen sociale duurzaamheid structureel meenemen in hun toetsingen. De Haas: ‘Dit vraagt om nauwe samenwerking met stakeholders en een zorgvuldige afweging tussen ethische, economische en juridische aspecten, omdat sociale duurzaamheid minder concrete meetbare criteria heeft dan milieumanagement.’
De RvA kijkt ook kritisch naar de eigen werkwijze. ‘We willen transparanter zijn in hoe wij door accreditatie bijdragen aan de aantoonbaarheid van duurzaamheid,’ zegt De Haas. ‘Het blijft niet bij het beoordelen van organisaties die testen, inspecteren en certificeren. We werken ook samen met norminstituten zoals NEN en stimuleren onze klanten om zich te richten op daadwerkelijke aantoonbaarheid van duurzaamheid. Daarnaast analyseren we onze eigen processen: hoe kunnen we accreditatie efficiënter en minder belastend maken zonder in te boeten op betrouwbaarheid?’
Dorrestijn benadrukt dat de RvA ook haar eigen duurzaamheidsprestaties onder de loep neemt. ‘We kijken naar onze eigen milieu-impact en berekenen onze eigen voetafdruk. En we focussen vooral op hoe we binnen ons netwerk het gesprek over duurzaamheid kunnen bevorderen en stimuleren certificeringsinstanties om duurzaamheid serieus te nemen. Zo proberen we het goede voorbeeld te geven.’
De Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties vormen een belangrijk kader voor de RvA. ‘Bijna elke SDG heeft een link met accreditatie,’ zegt De Haas. ‘Of het nu gaat om gezondheidszorg, milieu, energie of arbeidsomstandigheden, we werken met certificerende instellingen die op al die terreinen normen en schema’s hanteren. Een voorbeeld is de controle op waterkwaliteit: dat raakt direct aan het duurzaam ontwikkelingsdoel voor schoon water en sanitatie. Maar ook de energie-efficiëntie van windmolens en de betrouwbaarheid van luchtmetingen zijn onderwerpen waarbij accreditatie bijdraagt aan duurzaamheid.’
De rol van de RvA blijft niet beperkt blijft tot nationale kwesties. Dorrestijn: ‘Duurzaamheid stopt niet bij de grens. We werken internationaal samen aan richtlijnen en wisselen kennis uit om te zorgen dat accreditatie wereldwijd bijdraagt aan de SDG’s. Een belangrijk thema daarbij is hoe we accreditatie toegankelijk kunnen maken voor bedrijven in ontwikkelingslanden, zodat ook zij op een eerlijke manier kunnen deelnemen aan duurzame handelsketens.’
De groeiende vraag naar duurzame certificering zal de komende jaren alleen maar toenemen. ‘Duurzaamheid is geen hype, maar een fundamentele verschuiving in hoe we ondernemen,’ stelt De Haas. ‘Accreditatie speelt daarin een cruciale rol, omdat het ervoor zorgt dat duurzame claims onderbouwd worden met feiten in plaats van loze beloften.’
Dorrestijn besluit: ‘We hebben de verantwoordelijkheid om accreditatie steeds verder te ontwikkelen, zodat het aansluit bij de complexe duurzaamheidsvraagstukken van vandaag en morgen. Door samen te werken met TIC-bedrijven, norm- en schemaontwikkelaars en beleidsmakers kunnen we accreditatie inzetten als een krachtig instrument om duurzame verandering te versnellen.’
Naast ons duurzaamheidsbeleid laten we op onze website zien hoe accreditatie bijdraagt aan de SDG’s. Bij elke SDG geven we een beschrijving.